Baardmannetjes
Zaterdag 13 Juli 2019 om 06:12Het mooie van vogelkijkhut "Blaustirns' is dat het omgeven is door riet. Riet is een eldorado voor vogels. Het loont dan ook de moeite om niet alleen naar het water te kijken, maar ook naar het riet vlak onder de kijkhut. Een fotograaf, een vogelaar wees ons op een baardmannetje verscholen in het riet. Met de camera sprintte ik naar het andere kijkgat en maakte snel een foto.
Bij de tweede foto ging het baardmannetje er vandoor. Pas op de computer leerde ik dat het om een vrouwtje ging. De foto's zijn niet scherp geworden, maar ik had in ieder geval voor het eerst van mijn leven een baardmannetje gezien en vastgelegd. De echtgenote van de fotograaf was een kenner van vogels en vogelgeluiden. Zij fotografeerde zelf niet. Terwijl wij over het water keken en de sterns vastlegden observeerde zij voor ons het riet of het baardmannetje zich nog weer liet zien.
Al snel hoorde en ontdekte ze een baardmannetje in het bosje aan de andere kant van de kijkhut. Hier bleek het te gaan om een juveniel. Het is gelukt om het vogeltje op verschillende plaatsen meerdere keren vast te leggen. En nu maar hopen dat ik ooit nog eens een mannetje voor de lens krijg.
Op de site van Nature Today vond ik wat meer informatie over dit vogeltje.
Het baardmannetje is een bijzondere rietvogel. De soort is het enige lid van de familie Panuridae, een familie behorende tot de superfamilie Sylvioidea, waartoe ook zangvogels als mezen, leeuweriken, grasmussen en rietzangers behoren. Nog niet zo lang geleden leek verwantschap met de timalia’s waarschijnlijk; nu blijken baardmannetjes meest verwant te zijn aan leeuweriken.
Als broedvogel is de baardman in Nederland vrij schaars. Hij is nauw verbonden aan rietland. ’s Zomers leeft hij van insecten, ’s winters vooral van rietzaden. Het broedseizoen is lang en de soort heeft vaak meerdere broedsels, tot wel vier. Eind april kunnen er al uitgevlogen jongen zijn, maar meestal is dat later in het voorjaar. Eén paartje kan wel twintig jongen in één broedseizoen grootbrengen. Juli is de tijd dat de meeste baardmannetjes al een nest jongen hebben grootgebracht. Deze vinden nu zelfstandig voedsel.
De jonge baardmannetjes zijn nu in juveniel kleed. Dit ziet er heel anders uit dan dat van het volwassen mannetje en lijkt een beetje op dat van het vrouwtje. Het is echter veel geelbruiner, met zwart in vleugels en staart en een grote zwarte vlek op de rug. Bijzonder is dat de geslachten in het juveniele kleed al te onderscheiden zijn: het mannetje heeft een oranje snavel en een zwarte oogvlek. Het vrouwtje heeft een geelbruine snavel en geen oogvlek. In september hebben de meeste jonge baardmannetjes het adulte kleed gekregen.
Jonge baardmannetjes zwerven nu rond door de rietlanden waar ze geboren zijn, maar hebben al de neiging om nieuwe plekken op te zoeken. Dit gaat met veel onrust gepaard, waarbij de vogels in groepjes hoog uit het riet opvliegen om er vaak bij de minste onraad weer snel in te vallen. In september en oktober is de echte trektijd en kunnen Nederlandse baardmannetjes in Frankrijk en Engeland terechtkomen, waar ze zich zelfs kunnen vestigen als broedvogel. Bescherming van grote, uitgestrekte moerassen met veel rietland, zoals de Oostvaardersplassen, is de beste manier om deze soort te beschermen.