Heidelibellen en vlinders in De Weerribben
Vrijdag 01 Augustus 2014 om 18:16Vanochtend was ik al op tijd in De Weerribben. Volgens ingewijden vliegt nu de grote vuurvlinder. Het lijkt me zo mooi om deze vast te leggen. Andere fotografen vertelden mij enkele locaties waar ik ze zou kunnen vinden. Op de eerste locatie fotografeerde ik het mannetje van de zwarte heidelibel.

Op de tweede locatie kwam de kleur al in de buurt van de vuurvlinder...het is een mannetje van de bloedrode heidelibel

Op de derde locatie fotografeerde ik een vlindertje dat veel te klein was voor een vuurvlinder, het is een muntvlinder.

Op de vierde locatie vroeg een sprinkhaantje zich af waar ik mee bezig was. Welnu, ik lag gewoon met de buik op het gaas met mijn fotografiekleding aan (lange broek en blouse met lange mouwen) en dat bij 28 graden. Je moet er wat voor over hebben.

Op de vijfde locatie koos ik voor het vastleggen van een bloemetje. "Het zou wel leuk zijn geweest als er een beestje op zat", dacht ik nog bij mijzelf. Pas op de computer zag ik de nimfjes op de moerasrolklaver zitten.

Op de zesde locatie legde ik een vlinder vast, een soort waarvan ik die ochtend al tientallen had gezien, een atalanta.

Op de zevende locatie lag ik wederom met de buik op de, met gaas bedekte, vlonder. De vlonder lag 15 cm boven het laagveen. Naast de vlonder bloeiden vele bloemetjes. Liggend op de vlonder kon ik deze ronde zonnedauw vastleggen. Deze soort is nog kleiner dan de kleine zonnedauw.
Toen ik daarmee bezig was kwam er een vogelaar aangewandeld. Zonder dat hij door zijn verrekijker keek zag hij een "vreemde vogel" op de vlonder. Ik ging toch maar even rechtop zitten en we hebben een tijdje gepraat en daarbij onze ervaringen gedeeld.

Op de achtste locatie lukte het ook niet, ik voelde mij bijna net zo onfortuinlijk als deze libel. Toen ik de gevangen libel vastlegde kwam de spin via een draad aangesneld, alsof ik van plan was zijn prooi te stelen. Ik vang alleen maar libellen met mijn camera en niet in mijn web.

Inmiddels had ik drie uren in De Weerribben rondgesjouwd. Mijn drie flesjes water waren leeg. Bezweet, moe, hongerig en dorstig reed ik naar het huis van mijn oudste zus. Door haar werd ik gevoed en gelaafd. Het zat daar lekker in de wind en schaduw.
Later maar weer eens een poging doen om de grote vuurvlinder vast te leggen.