De Groote Peel
Donderdag 14 November 2013 om 21:11Eind oktober waren mijn eega en ik een weekendje weg naar Noord-Brabant. Op een prachtige najaarsdag bezochten we het Nationaal Park De Groote Peel.

Bij het Buitencentrum parkeerden we onze auto en kozen voor een wandelroute van zes kilometer. Bij dit centrum fotografeerde ik ná de wandeling de acht informatieborden. De teksten heb ik verwerkt in de fotoserie. Ik koos voor één fotoserie, het is nu wel een lange serie geworden, maar dan zijn jullie ook weer een tijdje van mij af...

Nationaal Park De Groote Peel is een hoogveengebied waar turfstekers plaats hebben gemaakt voor wandelaars en vogels. De rust en de weidsheid herinneren aan het vroegere veen. Het landschap bestaat uit een afwisseling van veenmoerassen, plassen, heideterreinen en zandruggen. De Groote Peel is in 1993 uitgeroepen tot Nationaal Park.

Tot halverwege de negentiende eeuw is de Peel een landschap dat bestaat uit hoogveen, moeras en heide. De naam "Peel" is waarschijnlijk afgeleid van het Romeinse "Locus Paludosus", wat "Moerassige streek" betekent.

Het beheer van dit gebied is erop gericht de hoogveenontwikkeling weer op gang te brengen. Zorg voor voldoende water van goede kwaliteit is daarbij van het grootste belang. Hoe nat het gebied ook lijkt, het heeft wel degelijk last van verdroging. Er lekt teveel water weg naar de omgeving. Om dat tegen tegen gaan zijn er dammen in het gebied aangebracht en is er een scherm in de boden aangebracht. De eerste resultaten zijn bemoedigend, op veel plaatsen groeit weer veenmos. In de toekomst zijn er nog meer maatregelen nodig om hoogveenontwikkeling te stimuleren.

Het verhaal van de Peel begint na de laatste ijstijd, tienduizend jaar geleden. Het klimaat werd warmer en natter. In de Peel ontstond moeras, waarin zich een begroeiing van moerasplanten ontwikkelde, waaronder veenmos, de belangrijkste plant van het hoogveen. Jaarlijks stief een deel van de planten af, bleef in het water achter maar verteerde nauwelijks. Erop groeiden nieuwe planten. Een hoogveen bestaat uit een laag dode planten, de in dikte toeneemt, naarmate het gebied ouder wordt. Veenmos heeft geen wortel, het voedt zich door regenwater via het blad op te nemen. Het veen van de Peel heeft er duidenden jaren over gedaan om een dikte van vijf tot zes meter te bereiken. Onder sommige Peelbanen zit nog veen, je voelt het veren onder je voeten.

"Gezegend is het volk dat zijn moer (veenslik) verbrandt", zo dichtte Vondel in de Gouden Eeuw. Sinds de mensen ontdekten dat gedroogd veen kon branden, werd het gebruikt als brandstof. Zo ook in de Peelstreek. Omstreeks 1850 begon de grootschalige turfwinning. In ongeveer 100 jaar is de meeste veen afgegraven. Eind maart begon met met het steken van turf en dat ging door tot in juli. Na het steken moest de turf in het veld nog drogen. Daarvoor werd het op stoeken gezet, dat waren ronde turfstapels waar de wind doorheen kon blazen.

Voor de veenvorming groeiden op sommige plaatsen in de Peel bomen. Later werden die opgeslokt door het veen. Ze gingen dood, vielen om en verdwenen in het veenpakket. De turfstekers kwamen deze later tegen. De stammen werden meegenomen om te verbranden. De stobben bleven vaak zitten, het zogenaamde kienhout. Vanwege het kienhout werden op sommige plekken het veen niet gestoken maar gebaggerd. Het Meerbaansblaak is zo ontstaan.


De Groote Peel is een aaneengesloten natuurgebied van 1400 hectare en een uniek wandelgebied. De knuppelbruggen over water en moeras bieden een onvergetelijke ervaring.


Dwars door De Groote Peel loopt de provinciegrens tussen Branbant en Limburg. De zichtbare verschillen tussen het Brabantse en Limburgse landschappen zijn ontstaan door turfwinning. In Limburg werd door individuele turfstekers turf voor eigen gebruik gestoken. Daardoor ontstonden eendagsputten, net zo groot als één man in één dag kon steken. Het afvoeren van de turf gebeurde via de Peelbanen, in het veen uitgespaarde paden. Het zijn de wandelpaden van nu. Aan de Brabantse kant startte de Maatschappij Griendtsveen eind negentiende eeuw met grootschalige vervening. De veenarbeiders kwamen uit de Groningse en Drentse Veenkoloniën en hadden ervaring. Het gebied werd eerst ontwaterd door het graven van greppels en vaartjes. Hele stukken werden tot op de laatste turf afgegraven. De oorspronkelijke zandlagen kwamen aan de oppervlakte. Nu zijn het heideterreinen. Ook de grote waterplassen zijn ontstaan door afgravingen. De vaartjes, nu nog op verschillende plaatsen te zien, werden gebruikt voor de afvoer van turf. Er zijn aan de Brabantse kant maar weining Peelbanen.

De rust, de afwisseling van het landschap, het vele water en de uitgestrektheid maken De Groote Peel uitermate geschikt voor vogels. Er broeden ruim 90 soorten. Het gebied is vooral van belang voor moeras - en watervogels. En voor vogels die leven in landschappelijk open gebieden zoals: dodaars, geoorde fuut, roerdomp, grauwe gans, bruine kiekendief, blauwborst en roodborsttapuit.

Naast de broedvogels is De Groote Peel ook een pauzeplek voor doortrekkers. In oktober, november en maart pleisteren er regelmatig kraanvogels. Grote groepen ganzen zijn in de winter te gast. Ook de klapekster behoort tot de vaste wintergasten.

De belangrijkste hoogveenplant is het veenmos. Andere hoogveenplanten zijn: zonnedauw, lavendelheide, kleine veenbes, witte snavelbies, eenarig wollengras en veenpluis. Op de droge delen van De Groote Peel groeit struikheide met hier en daar klokjesgentiaan en grote wolfsklauw.

De Groote Peel kent en groot aantal soorten vlinders, waterjuffers en libellen. Daar zitten bijzondere soorten bij zoals het spiegeldikkopje, bont dikkopje, Noordse witsnuitlibel, en de bruine waterjuffer.

Bijzondere bewoners van de Peel zijn de gladde slang, de levendbarende hagedis en de heikikker. De Amerikaanse hondsvis is de enige vissoort die in het zure peelwater kan leven. Hij is van belang als voedsel voor visetende vogels zoals de roerdomp en de fuut. De zoogdieren die er voorkomen zijn o.a. het ree, diverse soorten vleermuizen, wezel, hermelijn, woelrat, bunzing en sinds enkele jaren ook het wilde zwijn.

Nog een macro van de laatste insect van dit jaar...

...en we waren na een wandeling door een schitterend natuurgebied weer gearriveerd bij ons beginpunt.
