Nadine : Ook wij waren afgelopen w… Ahmed ALOZADE: Your have a nice blog, co… Bert: De url nog even hier: htt… Bert: Beter laat dan niet zulle… picpholio: Heel mooi in beeld gebrac… Jan Mateboer: Wat een geweldig fotoblog… klaproos: oh oh Jetske, dat word… marjolein vh pl/m…: Ja hoor, ga meteen zo kij… Joke: Ja ik kwam ze ook tegen. … Joke: Goed gelukt Jetske, vroeg…
Op 25 juli werd weerstation Gilze-Rijen de nieuwe eigenaar van het nationale warmterecord. Het werd er met 40,7 graden het warmst. Daarmee werd het voormalige warmterecord van 38,6 graden uit Warnsveld op 23 augustus 1944 verbroken. Ook in De Bilt was het nog nooit zo warm. Het werd er 37,5 graden. Daarvoor stond het record op 35,7 graden, gemeten op 19 juli 2006 en 26 juli 2018.
In ons dorp kwam de temperatuur tot 38 graden, aldus de weerapp. Rond middernacht zat ik samen met onze dochter aan de rand van de vijver. We zaten afwisselend wat te kletsen en te lezen. Het was op dat moment 28 graden. Uit mijn ooghoek zag ik wat bewegen in de vijver. Het was een kikker die op een blad van de waterlelie was gesprongen. Met de Nikon bridgecamera maakte ik enkele foto's. Het was donker en daardoor was het voor de autofocus lastig zoeken. Uiteraard moest ik de flitser gebruiken.
Ik besloot een extra lichtbron te pakken. Het was een fotostudiolamp op statief. Deze lamp is een onderdeel van een setje die mijn eega ooit heeft meegenomen uit de kringloopwinkel. Voor weinig. Terwijl ik de kikker opnieuw fotografeerde flitste tot mijn verrassing de studiolamp mee. Ik wist wel dat deze functie erop zat, maar had de lamp nog niet als zodanig gebruikt. Het was er nog niet van gekomen. Voor dit doeleinde was het licht te beperkt. De foto van de kikker is wel mooi genoeg om hier te tonen.
Dat gedoe met het flitslicht kon de kikker vast niet waarderen. Hij draaide ons de rug toe. Ik maakte nog een laatste foto met hulp van de flitser van de Nikon en zonder externe lamp. Het is een 'gewone' bruine kikker, maar dan wel met een mooie tekening.
In dit logje schreef ik over een winterkoninkje die een nestje bouwde onder onze veranda. Het vrouwtje had dit nestje niet uitgekozen om haar eieren te leggen. Ze koos een ander plekje in onze tuin.
Vorige week liep ik door de tuin en hoorde en zag ik meerdere jongen van het winterkoninkje. Met de Canon 50D en 70 - 200 mm zoomlens heb ik een aantal foto's van het jonge grut kunnen maken. Dat was nog niet eenvoudig. Ze bleven wel wat langer op één plaats zitten, maar ze zaten geen twee seconde stil.
Gisteren hoorde ik onderweg naar huis op de radio dat er 's avonds kans was op lichtende nachtwolken. Thuis checkte ik via de site van weeronline of de kans werkelijk aanwezig was. En zo stond ik gisteravond rond half twaalf op het balkon met de blik naar het noorden. Ik had mijn Canon spiegelreflex camera op statief geplaatst.
Het fenomeen lichtende nachtwolken heb ik jaren geleden leren kennen via mijn fotomaatje, Jan. Ik had ze nog niet eerder zelf zo mooi gezien.
Vandaag besteed ik aandacht aan een actueel onderwerp en wel aan een nieuwe gast in onze tuin. Sinds ruim een week zien we voor het eerst in onze tuin een bonte vliegenvanger.
De bonte vliegenvanger had belangstelling voor dit nestkastje. Vorige week zondag zoomde ik met de Nikon in op dit vogeltje.
De bonte vliegenvanger is ongeveer zo groot als een heggenmus, maar met een dunnere snavel. Het mannetje is in de zomer meestal opvallend zwart-wit, maar de kleur kan verschillen en sommige mannetjes zijn meer grijsbruin met wit. Zo lijken ze sprekend op het vrouwtje, maar ze hebben bijna altijd witte vlekjes op het voorhoofd. De meeste vrouwtjes zijn in broedkleed van boven niet zwart maar donkerbruin. Door de opvallende, witte vleugelstreep en tertialranden is hij gemakkelijk te onderscheiden van de grauwe vliegenvanger.
Een typerend gedrag is de rechte houding. De bonte vliegenvanger hing minutenlang in deze rechte houding aan het nestkastje.
Bonte vliegenvangers zijn holenbroeders en in Nederland broeden ze vrijwel uitsluitend in nestkasten. De soort overwintert in Afrika. De mannetjes gaan het eerst terug om een geschikte nestlocatie te vinden.
Als ze terugkomen naar Nederland zijn de nestkasten vaak al bezet door mezen. Soms volgt er tussen de soorten een gevecht van leven en dood om de nestkast. Door het ophangen van meer nestkasten is de bonte vliegenvanger zichtbaar toegenomen.
Een mannetje verleidt een vrouwtje om zijn nest te gebruiken door te zingen en te baltsen. De kwaliteit van de locatie is voor het vrouwtje doorslaggevend bij het uitzoeken van een partner.
In onze tuin hangen nu totaal 8 nestkastjes. De helft daarvan heb ik zelf gemaakt en zo ook dit nestkastje waar de bonte vliegenvanger belangstelling voor heeft. Toen ik de nestkastjes maakte heb ik voor de vliegopening de meest gangbare maat van 32 - 35 mm aangehouden. Deze opening is geschikt voor de koolmees, kuifmees, boomklever, bonte vliegenvanger, huismus en gekraagde roodstaart. Hoewel de opening theoretisch te groot is voor de pimpelmees, gebruikt ook de pimpelmees een nestkastje in onze tuin. Bij onderstaand kastje heeft een vogeltje getracht de opening te vergroten. Misschien was het spreeuw of een grote bonte specht.
Verder in die week zagen we dat ook het nestkastje in de voortuin werd verkend door de bonte vliegenvanger. Op dit moment weten we dat de bonte vliegenvanger broedt in het nestkastje in de achtertuin. Van het nestkastje in de voortuin weten we het nog niet. Bij dat kastje zijn minder vliegbewegingen. Het komt voor dat het mannetje met 2 vrouwtjes paart.
We zijn er een weekje tussenuit geweest. Ik dacht dat de jongen van de koolmezen tijdens onze vakantie wel zouden zijn uitgevlogen, maar dat was niet het geval. Ook na onze terugkomst vlogen de ouden af een aan. In het nestkastje was het een gekwetter van jewelste.
Vanochtend stond ik voor het badkamerraam mijn tanden te poetsen en toen zag ik een jong in de opening van het nestkastje. Ik liet het 'maken van mijn toilet' voor wat het was en ging met de camera naar buiten.
Ik had mijn Nikon gepakt, want met die camera kon ik van afstand de verrichtingen vastleggen zonder ze te verstoren. In de tientallen jaren dat er mezen broeden in onze tuin heb ik het uitvliegen nog nooit zelf gezien en kunnen vastleggen. Vanochtend kreeg ik dan eindelijk de kans.
Vanuit het nestkastje vlogen ze pakweg 6 meter om vervolgens te landen op een tak in de appelboom of in de magnolia.
Het was een feest om die koppies één voor één voor het gat zien te verschijnen.
Dit jong was niet zo handig, het was vanaf de tak naar een teil op de grond gevlogen. Het landen was niet zo moeilijk, maar het weer opstijgen was wel een dingetje.
Er zaten druktemakers en snelle jongens tussen, maar er waren ook twijfelaars.
Dit jong zat geruime tijd op dezelfde plek. Eén van de ouder kwam even langs om dit jong te voeren. Althans dat was de bedoeling. Op het filmpje aan het eind van dit logje is dit mooi te zien.
Het was prachtig om te horen hoe de ouden hun jongen aanspoorden om uit te vliegen.
Een poetsbeurt is geen luxe na al die weken met zovelen in een klein kastje te hebben gebivakkeerd.
Totaal zijn er 6 jongen uitgevlogen. Vanavond hebben we het kastje geïnspecteerd. Het nestkastje was helemaal leeg.
Uiteraard heb ik er ook enkele filmjes van gemaakt die ik heb samengevoegd tot één film. Een film geeft een beter beeld hoe het uitvliegen in z'n werk gaat.