klaproos: oh oh Jetske, dat word… marjolein vh pl/m…: Ja hoor, ga meteen zo kij… Joke: Ja ik kwam ze ook tegen. … Joke: Goed gelukt Jetske, vroeg… Joke: Zeker Jetske, ga direct g… Henk Jonkvorst: Mooi. Een nieuwe blog met… Henk Jonkvorst: Een klamme nevelige ochte… leo: Iek...wat eng.... willy: een schitterende eerste f… Henk Jonkvorst: Het zijn beiden webfoto's…
Tijdens de grijze dagen in november kunnen we wel wat zonnige plaatjes gebruiken. Ik neem jullie daarom nog een keer mee naar onze zonvakantie in Turkije.
In de tuin van het resort stond een grote bananenplant. Bij het zien van deze metershoge plant ben je al snel geneigd om te praten over een bananenboom. Maar het is geen boom, de stam van een banaan is namelijk niet van hout, maar een opeenstapeling van bladstelen die dicht op elkaar zijn geperst.
De banaan is een van de oudste geteelde gewassen in de wereld. In boeddhistische geschriften is de banaan al in de zesde eeuw voor Christus te vinden. De banaan is een zeer opmerkelijk gewas, een banaan is namelijk een kruid en wel het grootste kruid ter wereld. De bananen zijn de vruchten van de bananenplant. De naam banaan is afkomstig van het Arabische begrip Banan dat vinger betekent.
Bananen horen oorspronkelijk thuis in Zuidoost Azië. Tegenwoordig worden ze echter overal in de tropen gekweekt. Onderstaande (ingescande) foto maakte ik in 1992 op Sumatra. Hier werd een bananenblad gebruikt als paraplu tijdens een regenbui.
Bananenplanten kunnen zichzelf (zonder bevruchting) voortplanten. Nadat de plant vrucht heeft gedragen sterft deze af. Voordat het zover is heeft de plant ondergrondse uitlopers gevormd waaruit zich nieuwe bananenplanten ontwikkelen.
De bloeiwijze bestaat aanvankelijk uit een dikke bruinrode knop van dicht opeengepakte schutbladen.
Naarmate de bloei vordert ontvouwen deze schutbladen zich één voor één, waarbij in dubbele rijen gerangschikte vrouwelijke bloemen tevoorschijn komen: de toekomstige bananenkammen. Per bloeiwijze kunnen, al naar gelang het 'ras', in enkele maanden tijd tot vele honderden bananen tot rijping komen. Aan het einde van de bloeiwijze, als de eerste bananen rijp of bijna rijp zijn, vormen zich tenslotte de mannelijke bloemen.
Eetbare bananen zijn zogenaamde parthenocarpe vruchten. Dat zijn vruchten die zich zonder bestuiving ontwikkelen. De bloemen zijn eenslachtig en alleen vrouwelijk. Deze voor ons prettige eigenschap zorgt ervoor dat de eetbare bananen geen pitten hebben. De wilde bananenplanten daarentegen zijn meestal diploïde, ze hebben weinig vruchtvlees en bevatten veel harde zaden.
Bananen bevatten vooral zetmeel, en zijn dus rijk aan koolhydraten en doorgaans licht verteerbaar. Ook bevatten ze een relatief hoog gehalte aan vitamine D.
Of deze bananensoort nu eetbaar is of niet, voor de wespen viel er schijnbaar genoeg lekkers te halen.
Op het strand in Turkije spotte ik een mier. De mier had een prooi gevonden en zij was druk bezig om deze veilig te stellen. Mieren staan erom bekend dat ze voorwerpen kunnen dragen die veel zwaarder zijn dan zijzelf. Als ze echter een prooi niet alleen kunnen tillen, haalt een mier een collega-mier op om de prooi vervolgens samen te verslepen. De prooi bleek voor deze nijvere mier een maatje te groot en hulp was er in geen velden en wegen te bekennen.
Wat betreft de grootte was deze mier te vergelijken met onze bosmier. Ik ben geen mierenkenner en de wetenschappelijke naam interesseert mij niet echt, toch besloot ik even te zoeken op internet of ik er wat over zou kunnen vinden. Ik typte als zoekopdracht: "Mier in Turkije" in en kwam uit bij een Nederlandstalig mierenforum. Klik hier. Je kunt dus ook van mieren je hobby maken. Op dit forum kwam ik als eerste "mijn" mier tegen. Het is een Cataglyphis sp. Volgens het Nederlandstalig mierenforum gaat het om een erg imposante en prachtige mier, bliksemsnel door hun zeer lange poten. Ze lopen hoog op hun poten. Opmerkelijk is dat zij hun achterlijf hoog houden.
Om een beter beeld te krijgen van deze actie heb ik een kort filmpje gemaakt van deze nijvere mier.
Zondag j.l. waren we als drie zussen aanwezig op de open dag van de Kooi van Pen. Deze eendenkooi heeft voor ons een bijzondere betekenis, onze ome Joost ter Meer was namelijk vroeger kooiker in deze eendenkooi. In onze jeugd gingen we regelmatig mee op excursie in de kooi. In die jaren was ik al onder de indruk van de zorgvuldig afgesloten toegangsweg, van de geheimzinnigheid van de eendenkooi, van de serene sfeer en van het samenspel tussen kooiker en zijn kooikerhondje. Wat ik ook heel mooi vond was de kennis van mijn oom van de natuur, hij kende o.a. alle vogels en vogelgeluiden.
Nu wil ik jullie graag meenemen in woord en beeld door de Kooi van Pen. Voor geïnteresseerden en speciaal voor de vrijwilligers van de Kooi van Pen heb ik de gehele fotoserie toegevoegd aan een fotoboek. Dit fotoboek staat aan het eind van dit log.
Op zondag werden we om 13 uur verwacht aan Wetering west. De ene helft van de groep ging in de boot naar de eendenkooi ...
... en de andere helft ging te voet. Halverwege de excursie zou er geruild worden.
Bij de ophaalbrug wachtte de kooiker en zijn kooikerhondje ons op. Deze ophaalbrug vormt de toegang tot de kooi. Normaliter is de ophaalbrug omhoog en gezekerd met een hangslot. Op die manier worden ongewenste bezoekers geweerd uit de kooi. Allereerst vertelde de kooiker over het gedrag van een kooikerhondje. Daarbij instrueerde hij ons hoe wij ons moesten gedragen ten opzichte van zijn hondje. Het kwam erop neer dat we hem moesten negeren.
Na het passeren van de ophaalbrug en een toegangspoort kwamen we aan bij een gebouw dat de Soos van Koos heet. De kooiker deed zijn verhaal. De Kooi van Pen is met 35 HA, 5 kooiplassen en 18 vangpijpen de grootste kooi van Europa. Zie voor de locatie op Google Maps. De kooiker vertelde ons over de functie van de kooiplassen, over de constructie van de vangpijpen, over de staleenden en over het vangen van de wilde eenden. Het voert te ver om het hele verhaal hier te schrijven. Geïnteresseerden kunnen het principe van een eendenkooi hier lezen en het bekijken in dit filmpje wat dateert uit 1974.
De eendenkooien werden gemaakt om wilde eenden te vangen voor consumptie. In latere tijden werden de eenden alleen nog gevangen om te ringen. In de Kooi van Pen wordt al jaren geen eenden meer gevangen, toch wil een groep vrijwilligers deze eendenkooi behouden als cultuurhistorisch monument. In 2004 is de eerste vrijwilligersgroep gevormd. Onder leiding van de laatste kooiker, Wim ten Klooster werden de vrijwilligers van 2004 t/m 2007 ‘opgeleid’ voor het onderhoudswerk in de eendenkooi. Na het stoppen van de kooiker werkten de vrijwilligers zelfstandig aan de onderhoudswerkzaamheden met ondersteuning van Staatsbosbeheer. De vrijwilligersgroep is sinds 2010 een officiële vrijwilligersgroep van Staatsbosbeheer, de terreineigenaar van de Kooi van Pen. In overleg met Staatsbosbeheer worden de werkzaamheden afgestemd die in de eendenkooi moeten plaatsvinden. Lees er alles over op de site van de Kooi van Pen. Ook vanaf deze plaats: "Ode aan de vrijwilligers!"
De kooiker demonstreerde ons de functie van het kooikerhondje. Een kooikerhondje heeft het in de genen om dit werk te doen. Een ervaren kooikerhond doet het één keer voor en de jonge hond volgt moeiteloos zijn voorbeeld. Een belangrijke eigenschap van een kooikerhond is dat het nauwelijks blaft en zeker niet blaft in de eendenkooi.
Een ander kenmerk is de mooie pluimstaart waar de hond fier mee zwaait. De zwaaiende pluimstaart wekt de belangstelling van de eenden die op de plas ronddobberen. De nieuwsgierige eenden willen dat wel eens van dichtbij bekijken en zwemmen richting de pluimstaart.
De hond maakte zijn rondjes om de schermen en de eenden zwommen argeloos steeds verder de vangpijp in. De kooiker "keek achter de schermen toe". Als ze ver genoeg de pijp in waren gezwommen verscheen de kooiker aan de kant van de plas in beeld. De geschrokken eenden vlogen weg van de kooiker. En zo vlogen ze naar hun gevangenschap. Vroeger werden de eenden de nek omgedraaid en "gingen de pijp uit". Zoals ik al eerder schreef werden de eenden in latere tijden geringd en kregen ze hun vrijheid terug.
Nadat de kooiker zijn verhaal had verteld was het tijd voor zijn pijp.
Halverwege de excursie troffen we de andere groep. Er werd gewisseld, onze groep ging de tweede helft van de excursie varen.
We werden rondgevaren door Roelof Muis. Roelof is één van de vrijwilligers en kan als enige de baggerboot hanteren. Van tijd tot tijd legde Roelof de boot stil en vertelde Erica Zwanenburg het verhaal. Toen er sprake was dat er in de Weerribben otters zouden worden uitgezet koos men de Kooi van Pen als locatie. De otters gedijen in rustig en visrijke wateren met voldoende schoon en helder water. Ze hebben als territorium 8 tot 12 kilometer ongestoorde natuurlijke oevers nodig. Dat alles was aanwezig in de eendenkooi. De kolken waren echter door de verlanding niet diep genoeg voor de otters. Voordat de otters werden uitgezet werden de kolken dan ook uitgebaggerd tot drie meter diepte. Dit baggerproject van de overheid scheelde de groep vrijwilligers heel veel werk. Enkele mensen mensen die 's ochtends werden rondgevaren hebben een otter gespot. Hoe wij ook speurden, dat geluk hadden wij helaas niet. We zagen wel een paar keer een ijsvogel langsflitsen.
De eendenkooi wordt geheel omringd door een vaart. Die vaart heeft een tweeledige functie. In de eerste plaats is die ringvaart bedoeld voor de aan- en afvoer van materiaal. In de tweede plaats dient het om ongewenste bezoekers te weren. De vaart is nog niet heel lang geleden uitgebaggerd toch dreigt de vaart nu alweer dicht te slibben. Dat komt door de natuurlijke oevers. De grote boot vol met bezoekers moest vanaf de plecht bijgestuurd worden met behulp van een punterboom.
Na een prachtige tocht over het water en de boeiende verhalen kwamen we uit bij het Kooihuisje. Bij dit huisje kwamen alle gasten tezamen en werden we getrakteerd op een hapje en drankje.
Er was warme chocolademelk met slagroom, maar er was ook een kruidenbittertje die de treffende naam "Penneutje" heeft gekregen.
Na al dat lekkers konden we kijkje nemen in en rond het Kooihuisje.
Tegen vieren gingen we gezamenlijk de Kooi van Pen verlaten. Ook nu gingen mensen wandelen en anderen namen de boot.
Op YouTube staat een filmpje van een eerdere open dag, gemaakt door RTV Oost. Klik hier voor het filmpje.
Het was een prachtige middag. Of zoals onze moeder zou zeggen: "Het was een middag met een gouden randje".
Ik neem jullie nog een keer mee naar de opgravingen van Romeins Efeze. Zoals ik in het vorig logje al schreef, staat Efeze op de tweede plek op de lijst van grootste bewaard gebleven steden uit het oude Romeinse Rijk. Dat betekend automatisch dat Efeze enorm veel bezoekers trekt van over de hele wereld. Bij de ingang kocht ik ook een boekje over deze stad. De onderstaande foto's heb ik daaruit gehaald.
Om het groot aantal bezoekers te stroomlijnen heeft men het volgende bedacht. De bezoekers worden op het hoogste punt van de stad uitgezet, bij nummer 1 op onderstaand kaartje. Tijdens de wandeling van pakweg 3 km (in de regel met een gids) dalen de bezoekers af en eindigen dan bij de uitgang waar de touringcars en taxi's ze staan op te wachten. Op deze beide kaartjes staat nog niet eens de volledige route weergegeven.
Tijdens de wandeling door Efeze zagen we veel katten. Zoveel katten dat ik besloot er een apart logje aan te wijden.
De katten zagen er goed verzorgd uit en ze verzorgden zichzelf ook goed.
De meeste katten waren niet mensenschuw. Andersom was dat nog wel eens anders.
De katten waren gewend aan de bezoekers en wilden best poseren.
Vlakbij de uitgang troffen we de "Kattenman", hij geeft de katten eten en drinken. Verder zorgt hij ervoor dat de katten bij de dierenarts de nodige zorg krijgen zoals een sterilisatie.
En bij dit alles wordt hij gesponsord door de bezoekers van Efeze.
Hieronder heb ik een kleine fotoserie geplaatst van de "Katten van Efeze".
Eén van de hoogtepunten, tijdens onze vakantie in Turkije, was het bezoek aan het Romeinse Efeze. We hoefden daarvoor niet deel te nemen aan een excursie, we gingen zelf met de taxi naar het tien kilometer verderop gelegen Efeze.
De stad werd ruim 3500 jaar geleden gesticht. Over de hele westerse wereld gezien behoort Efeze tot de best bewaarde steden met antieke waarde. De stad wordt ook gezien als plaats die behoort tot de meest fascinerende en interessante archeologische opgravingen die over de hele wereld zijn gedaan. Efeze het meest druk bezochte bezienswaardigheid van heel het land. Efeze staat op de tweede plek op de lijst van grootste bewaard gebleven steden uit het oude Romeinse Rijk. Rome staat op de eerste plaats. Zie ook op deze site.
We bezochten Efeze op de warmste dag van onze vakantie. De thermometer in de taxi gaf 28 graden aan. Volgens de taxichauffeur is oktober een prima tijd om Efeze te bezoeken, want in de zomer is het veel te warm. Op 20 augustus j.l. was het daar 50 graden geweest. Hoewel mijn blonde haardos heel wat zonnestralen tegenhoudt kocht ik voor de zekerheid een hoedje in een souvenirwinkel bij de ingang.
De bijbelkenners onder jullie zullen Efeze vast kennen, Efeze is namelijk bekend van de zendingsreizen van de apostel Paulus. Zie ook op deze site. Bijzonder om daar te lopen en te beseffen dat Paulus daar is geweest om het evangelie van Christus te verkondigen.
Ook in Efeze waren de Aziatische toeristen goed vertegenwoordigd. We hebben dan ook tientallen fotoshoots gezien.
En uiteraard werden er heel veel selfies gemaakt, met of zonder selfie stick.
Er wordt nog volop gerestaureerd...
... en opgravingen gedaan.
Na de rondgang kun je je met paard en koetsje laten vervoeren. Wij kozen ook nu weer voor de comfortabele taxi.
Hieronder heb ik een compilatie geplaatst van de rondgang door deze prachtige stad.
"Kijk, een Vlaamse gaai", zei ik tegen mijn eega, toen we door de tuin van het resort liepen.
Eenmaal thuis leerde ik dat het wel een gaai was maar dan een ander soort dan de Vlaamse gaai die bij ons voorkomt. De gaai is over heel Europa verspreid met uitzondering van het hoge noorden. Totaal zijn er 34 ondersoorten en één van die ondersoorten bivakkeert in Turkije.
De gaai kenmerkt zich door zijn zwarte petje.
In de regel zijn gaaien niet bereid om te poseren voor de camera, deze gaai bleef echter lang genoeg zitten om dichtbij te halen met de zoomlens.
De gaai in ons land kenmerkt zich door met een hoop kabaal het nakijken te geven. De Vlaamse gaai wordt dan ook niet voor niets, schreeuwekster genoemd. Wat ons opviel bij de gaai in de Turkse tuin was het gezellige gekeuvel.
Ik maakte een filmpje van de gaai waarbij het gekeuvel is te horen. Helaas wordt het gekeuvel halverwege aangevuld met het geluid van de langskomende grasmaaier. Aan het eind van het filmpje is te zien hoe de gaai een kleine prooi verschalkt.