ZiROP, de oefening (1)
Dinsdag 12 Oktober 2010 om 17:48Aan de achterkant van het ziekenhuis maakt de eerste ambulance zich klaar voor de oefening. De baby gaat aan boord.
De portier ontvangt het eerste telefoontje met de aankondiging van een ramp.
De medisch coördinator staat klaar bij de ambulance. Dat is echter niet de plaats waar hij hoort te zijn. Het eerste kwartier moest iedereen zijn rol nog gaan invullen en zijn of haar plaats leren kennen.
Op de plaats van de ramp bepaalt het Triageteam de ernst van de individuele slachtoffer. De slachtoffers worden in verschillende categorieën ingedeeld naar de ernst van de verwondingen of ziektebeeld. Het doel is om prioriteiten te stellen en te bepalen welke patiënten het eerste medische hulp nodig hebben en welke patiënten korte of lange tijd kunnen wachten op hulp. De categorieën worden als volgt ingedeeld:
T1 Onmiddellijk medische hulp, voor personen die zonder die hulp niet zullen overleven in verband met obstructie van de ademwegen, stoornissen van de ademhaling of problemen met de circulatie.
T2 Personen die wel kunnen wachten maar continu gemonitord moeten worden op ademhaling, circulatie en acute problemen.
T3 Patiënten die kunnen wachten omdat ze geen problemen met ademweg, ademhaling en circulatie hebben.
Op de plaats van de ramp krijgt het slachtoffer een kaartje aan de pols met daarop het triagelevel, 1, 2 of 3. De toestand van het slachtoffer kan echter tijdens de ambulancerit wijzigen. Het ambulancepersoneel zal dat uiteraard bij de mondelinge overdracht melden. In de hal van de ambulance-ingang staat een Triageteam klaar van de Spoed Eisende Hulp, een arts en een verpleegkundige. Zij bepalen wederom het triagelevel waarin de patiënt zich op dat moment verkeert.
De baby wordt onderzocht.
Pijn in de zij en pijn op de borst. De LOTUS-sen spelen hun rol ontzettend goed.
Voor de zekerheid toch maar een neksteun.
Nauwelijks "bekomen" van het vorige slachtoffer en daar staat de volgende alweer op de stoep.
Nekondersteuning wordt bij vele slachtoffers toegepast. Dit meisje heeft ook nog een zuurstofkap op.
Het ziet er indrukwekkend uit, toch is het een T3 slachtoffer. Het klemmetje op de wijsvinger meet het zuurstofgehalte en de hartslag.
Er gaan heel wat handschoenen door. Safety first.
Op onderstaande foto is goed te zien dat de plastic infuuscanule óp de hand is geplakt.
Zoals ik hierboven al schreef, iedereen moest eerst in zijn of haar rol komen. Het eerste slachtoffer, de baby was zonder portretfoto de hal doorgeglipt richting onderzoekkamer. Toen men zich dat realiseerde werd men overbiddelijk. Direct vanuit de ambulance, nog in de ambulancehal werd er eerst een portretfoto gemaakt van het slachtoffer. Onder het gezicht van het slachtoffer werd het slachtoffernummer mee gefotografeerd.
De camera wordt direct aangesloten op de fotoprinter. Het slachtoffer wordt ingeschreven met zijn of haar nummer. In geval van bewusteloosheid kan het slachtoffer de naam niet kenbaar maken.
Uiteraard wordt bij alle andere mensen wel de naam erbij vermeld in het dossier. Echter het nummer en de foto blijven het belangrijkst bij een ramp. Op één centraal punt wordt precies bijgehouden wat voor route (b.v. via de röntgenafdeling) het slachtoffer in het ziekenhuis volgt en op welke afdeling het slachtoffer uiteindelijk terechtkomt. Want na een tijdje zullen zich familieleden in het ziekenhuis melden. En dan moet men precies weten welk slachtoffer zich waar in het ziekenhuis bevindt.
Wordt vervolgd.