Bladluis
Donderdag 02 Juli 2009 om 09:21Enkele dagen geleden plaatste ik hier foto's van de valeriaan met een heleboel kleine beestjes.
Ik had zelf het idee dat er struiksprinkhaantjes tussen zaten. Echter na een verdere inspectieronde door de tuin en met behulp van internet kan ik toch verheugd meedelen dat Hanny het "gewoon" goed geraden had. Het zijn allemaal bladluizen.
Er zijn verschillende soorten (kleuren) bladluizen, o.a. rode, groene en zwarte. De jonggeborene ondergaan verscheidene gedaanteverwisselingen. In het eerste stadium (als neanide) vinden 2 à 3 verwisselingen plaats. Hierna komen ze in het nymfestadium met nog eens 3 tot 7 verwisselingen. Dus zie je door de macrolens ook nog eens bladluizen in verschillende stadia .
Als er ergens bladluizen in onze tuin te vinden zouden zijn, dan moest dat wel zijn bij onze rozen. Gisteren ging ik op onderzoek uit. En inderdaad de Rosa Schneewittchen in onze rozenperk zat onder de witte friemeltjes. Het bekende verschijnsel dat er bladluis aanwezig was.
Ik maakte eerst als inleiding voor dit log een foto van een bloem van de roos, zonder bladluis overigens.
Terwijl ik mijn macrolens richtte op de bloem vloog er wonderwel zomaar een zweefvlieg mijn beeld binnen, dat was nog eens een cadeautje.
Daarna richtte ik mijn camera op een tak met witte friemeltjes. En wat schetste mijn verbazing op die tak zaten, behalve de witte friemeltjes, net zulke beestjes (groen en rood) als op de valeriaan. Met het blote oog had ik die kleuren op deze rozentak niet ontdekt. Door de lens zag ik dat er wat gestoeid werd door twee groene beestjes en het beestje met de vleugels. Toen ik de foto's had overgezet op de computer ben ik eerst maar eens op internet gaan zoeken om te ontdekken hoe het nu eigenlijk zit met de bladluis.
Bladluizen zijn opvallend, omdat ze aan de achterzijde van het lichaam twee buisjes hebben, siphonen genaamd, die er uitzien als kleine hoorntjes. Vaak kun je aan de lengte van die horentjes zien met welke soort je te maken hebt. Uit de horentjes komt een vaak zoetige substantie waar mieren gek op zijn. Door op het achterlijf van een bladluis te 'kloppen' maakt het dier nog meer van die zoetige vloeistof, zodat mieren vaak constant bezig zijn de bladluizen te bekloppen. We zeggen dan dat de mieren de bladluizen "melken"'. Op hun beurt beschermen de mieren de bladluizen tegen allerlei vijanden. De "stoeiende" beestjes waar ik hierboven over schreef bleek dus het melken te zijn door een mier. Dat een mier er ook zo uit kan zien met vleugels dat las ik op deze mooie site.
Op deze site van school t.v. staat duidelijk omschreven hoe het zit met de voortplanting van de bladluis. Daarbij is ook een mooi filmpje te zien, genaamd "Een zomer zonder mannen".
Op onderstaande foto zie je dat de witte friemeltjes de jasjes zijn die achterblijven na de verwisseling. Door de lens zag ik het groene beestje rechtsonder zwaaien met zijn witte jasje.
En weet je wat ik nu zo gek vind, dat er in de rozentuin geen lieveheersbeestje is te bekennen. Je zou toch zeggen dat dit een restaurant is met twee Michelin sterren.
En wie durft er nog in onze tuin te komen? Het lééft er van de beestjes.