willy: zoiets zie ik hier voor h… Jan K. alias Afan…: Hmmm ... ongediertebestri… klaproos: ahh, da's wel erg hand… Bram: 5 uur 's ochtends is toch… leo: Pfff....dar heb je eigenl… Jetske: @Henk, helaas Henk ook de… Henk Jonkvorst: Ik denk dat ik maar weer … Jetske: @Leo, we hebben uit princ… Jan K. alias Afan…: Wat een mooie omgeving me… klaproos: heerlijke plek lijkt me…
Als je daar nu rondwandelt in die prachtige omgeving dan kun je je nauwelijks voorstellen wat voor verschrikkingen er hebben plaatsgevonden in Kamp Westerbork en tijdens en na de enkele reis per trein...
In 2014 is men gestart met de herinrichting van het kampterrein met originele elementen. In het voorjaar van 2014 is Barak 56 teruggeplaatst. Met deze nieuwe aanzichten wordt het verhaal van kamp Westerbork ook aan jonge generaties doorgegeven.
Na bijna een halve eeuw als landbouwschuur dienst te hebben gedaan in het Gelderse Zelhem, is de barak die nu wordt teruggeplaatst, in 2010 door de eigenaar aan het Herinneringscentrum Kamp Westerbork geschonken. Bij de herbouw destijds in Zelhem is niet de gehele barak gebruikt en zijn oorspronkelijke maten aangepast aan het nieuwe gebruik. De demontage leverde dan ook geen complete barak op maar barakdelen.
Als er iets is dat symbool is voor zowel verandering als continuïteit, dan zijn het wel de lupinen van kamp Westerbork. Ze waren een verkwikking voor de gevangenen in het kamp, ze gaven enige kleur aan het grauwe en angstige bestaan. En ieder jaar kwamen ze terug, en bleven dat doen, ook toen het kamp andere bewoners had gekregen. De lupinen hebben zich van het menselijk ingrijpen niets aangetrokken. Ondanks het ontstaan van een parkachtig landschap in het bos, steken de lupinen ieder jaar nog steeds hun kop op. Tot op de dag van vandaag.
Voordat men overging tot herinrichting van het kampterrein heeft men zich de volgende vragen gesteld. "Kunnen we volstaan met de jaarlijks terugkerende lupinen om het verhaal van het kamp ter plekke over te brengen? Moeten we de stilheid, de rust, de sereniteit van deze bijzondere plek laten zoals deze nu is en niet ‘verstoren’ met de herbouw van een barak? Of vullen we de aura van de historische plek juist te weinig in om het voldoende zeggingskracht te laten hebben voor jongere bezoekers?" Bron: klik hier
Vanaf Barak 56 wandelde ik verder naar het volgende monument. Op het terrein staan meedere foto's opgesteld om de bezoekers een indruk te geven van kamp Westerbork tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Aan het eind van de negentig meter lange rails heeft Ralph Prins met zo weinig mogelijk middelen willen tonen dat er op deze plek iets verschrikkelijks is gebeurd. De omhoog gekrulde rails drukken de wanhoop uit, ze zijn bewerkt alsof er op geschoten is. De spoorbielzen laten de vernietiging zien. Hoe dichter bij het eind, hoe meer ze versplinterd zijn. De rails rust op 93 bielzen die verwijzen naar het aantal transporten dat vanuit kamp Westerbork vertrok. Bron: klik hier.
Al verder wandelend kwam ik uit bij prikkeldraad met daarachter een schoolklas die werd rondgeleid door een gids. Ik luisterde een tijdje mee wat de gids vertelde en hoe de jeugd daarop reageerde. Ze luisterden allen aandachtig en er werd onderling niet geklierd. Zoals Henk al stelde in zijn reactie: "Het is toch een plek waar een bijzondere sfeer hangt. Zelfs kleine kinderen zijn er een stuk minder uitbundig dan je van kinderen mag verwachten. Blijkbaar voelen ze het instinctief."
Ik neem jullie nog een keer mee naar het rietland van mijn zwager. In april schreef ik over de wateroverlast in het rietland als gevolg van het nieuwe plan aan Wetering west. Op mijn weblog kun je er hier en
hier alles over lezen.
Vrijdag belde mijn zwager of Jan en ik nog een keer foto's wilden maken in het rietland, want er voltrekt zich daar een drama.
Het riet staat er slecht bij. Het blad verkleurt en krult op. Verder sterft het riet van onderen af. Het riet blijft veel te kort en er zijn weinig pluimen aanwezig.
Klaas heeft een watermonster laten onderzoeken door de universiteit in Wageningen.. Uit dat onderzoek blijkt dat het ijzergehalte in het water veel te hoog is. Het ijzergehalte overschrijdt met het getal 600, zes maal de toegestane waarde!
Wat is er nu aan de hand? De grond bij Wetering West is rijk aan ijzer. Door de toegenomen kweldruk door het nieuwe plan Wetering West wordt het ijzer meegevoerd naar het rietland van mijn zwager.
Teveel ijzer in het (drink)water heeft in ieder geval schadelijke effecten voor mens en dier, wat voor effect het precies heeft op de kwaliteit van het riet dat zal nog moeten blijken. Ook het riet zelf wordt aan de universteit van Wageningen onderzocht.
We kunnen nu al een voorzichtige conclusie trekken dat teveel ijzer in het water geen gunstig effect heeft op de groei van de rietstengels. Voor meer informatie over ijzer in het water klik hier en
hier.
Hoe het allemaal gaat lopen met de kwaliteit van het riet en de rietoogst is nu nog niet duidelijk. Klaas houdt er - met pijn in zijn hart - rekening mee dat hij misschien straks geen andere keuze heeft dan het rietland in de brand te steken.
Jan heeft het verhaal van het riet op zijn weblog treffend en uitgebreid beschreven.
Vanaf de omheining van prikkeldraad wandelde ik naar de trein. Deze trein stond er drie jaar geleden nog niet.
De nazi's gebruikten voor de deportatie uit kamp Westerbork zowel personen- als goederenwagons. Deze waren afkomstig uit geheel bezet Europa. Het type wagon dat in kamp Westerbork staat, werd daarvoor ingezet. Of dit ook voor deze wagon geldt is niet bekend.
Het onderstel en de ijzeren constructie is origineel en van vóór de oorlog. Het hout is vernieuwd, evenals de belettering. Hiervoor is de situatie van 1942 - 1943 gebruikt.
93 treinen vertrokken vanuit kamp Westerbork richting de kampen in Oost-Europa. Op 15 en 16 juli 1942 werden de eerste gevangenen naar Auschwitz gedeporteerd. 2030 Joden, onder wie een aantal weeskinderen, vormden het begin van een lange rij slachtoffers. In de eerste maanden vertrok de trein twee keer per week: op maandag en vrijdag, In 1943 werd dinsdag de dag van het transport. Voorafgaand aan elk transport werden de gevangenen geselecteerd die mee moesten...
...Als de groep erg groot was, wisten de leden van de Fliegende Kolonne wat hen te doen stond. Zij hielpen de laatste in de rij met instappen en duwden net zo lang tot iedereen met bagage en al binnen was. Dan deden zij de schuifdeuren dicht. Snel werd iedereen geteld. Dat aantal werd door een van beide raampjes in de wagon doorgegeven. De man van de OD kalkte dat dan groot op de buitenkant, zodat bij aankomst snel kon worden vastgesteld of iedereen er nog was... Klik hier om het schokkende verhaal te lezen.
Op de datum van een transport in 1942, 1943 of 1944 wordt de betreffende transportlijst voorgelezen. De namen op deze lijst worden genoemd tot de datum waarop destijds een volgend transport vertrok. Klik hier voor meer informatie.
Het is indrukwekkend om daar naast de trein te luisteren naar de Namen die worden voorgelezen. Ik heb er een kort filmpje van gemaakt.
Tijdens de vakantie maakte ik een uitstap naar Kamp Westerbork. Ik had de fiets achterop de auto meegenomen. Vanaf de parkeerplaats bij het Herinneringscentrum fietste ik over Ooshalen en Hemeloor naar het kamp. Zie Google Maps. Ik was vroeg op pad gegaan, nog voordat de eerste pendelbus de toeristen naar het Kamp bracht.
Kamp Westerbork was tijdens de Tweede Wereldoorlog een doorgangskamp voor Joden, Sinti en Roma en verzetsmensen. De gevangenen kwamen per trein aan en werden per trein afgevoerd. Het eerste transport vertrok op 15 juli 1942. Aanvankelijk ging dit via station Hooghalen, waarbij de afstand van 7 km tussen het station en het kamp te voet moest worden afgelegd. In november 1942 kwam de verbinding met het landelijk spoorwegnet gereed, waarna de treinen vanuit het kamp zelf konden vertrekken.
Langs de weg Ooshalen / Hemeloor staat om de 50 meter een spoorbiels. Deze spoorbielzen zijn markeringen langs het oorspronkelijke spoortracé en verbindt het Herinneringscentrum met het terrein van Kamp Westerbork.
Deze markering kent twee ‘routes’: die van de binnenkomende transporten – en daarmee ook de laatste ‘etappe’ van het Westerborkpad vormend - en die van de uitgaande transporten. Begin- c.q. eindpunt zijn de Tekens in Westerbork. Deze vijf 'Tekens', iets buiten het eigenlijke kampterrein gelegen en gesitueerd aan het tracé, vermelden de kampen waarheen de gevangenen vanuit Westerbork werden getransporteerd als ook het aantal gedeporteerden en het aantal overlevenden per kamp.
Aangekomen bij het Kamp springt de enorme glazen overkapping in het oog. In 2013 was ik ook in het Kamp en toen zat deze woning achter een hek. Zie
hier. Het is de voormalige woning van de kampcommandant. Dit is het enige gebouw wat is blijven bestaan.
Bij de bouw van het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork kwam op de hoek van het kampterrein een directeurswoning te staan. Eerst was dit het onderkomen van de leiding van het vluchtelingenkamp. Later was het de woning voor de Duitse kampcommandanten van het Judendurchgangslager Westerbork. Ook in de jaren van het Interneringskamp Westerbork (1945-1948) werd het bewoond door de leiding. Daarna werd het bewoond door particulieren, tot aan het overlijden van de laatste bewoonster in 2007.
De woning is een officieel rijksmonument. Vanwege de grote herinneringswaarde is het pand van (inter)nationaal cultuurhistorisch belang. Het is ook van architectuurhistorische betekenis door de bijzondere bouwstijl, het materiaalgebruik en de zeldzaamheid. De villa is nog zo goed als oorspronkelijk, maar wel in slechte staat van onderhoud.
Om het pand te beschermen is een glazen overkapping geplaatst. Binnenkort zal begonnen worden met de achterstallige beheerswerkzaamheden en de restauratie van de woning. Het uitgangspunt hierbij is dat recht gedaan moet worden aan de 70-jarige geschiedenis van het huis. Klik hier voor meer informatie en de bron van bovenstaande tekst.
Dit geldt ook voor de toekomstige functie. Met behoud van het ontoegankelijke en raadselachtige van het gebouw wil het Herinneringscentrum Kamp Westerbork de woning gebruiken voor activiteiten die invulling geven aan de betekenis van deze historische plek.
Klik hier voor een YouTube filmpje over deze activiteiten
Nadat ik de woning van de kampcommandant aan alle kanten had vastgelegd wandelde ik met de fiets aan de hand verder. Ik passeerde de omheining van prikkeldraad. Net als in 2013 trok er ook nu een huivering trok door mij heen...
Toen ik op het fietspad reed tussen het bord en de radiotelescoop zag ik aan de rechterkant de schaapskudde grazen.
Ik hoopte via het andere fietspad dichterbij de kudde te komen, maar dat viel tegen. Na een aantal foto's met de schaapskudde op grote afstand vervolgde ik mijn weg over het Heidepad naar het zuiden.
Nadat ik de heideblauwtjes had vastgelegd zag ik dat de schaapskudde steeds dichterbij het pad kwam. Ik besloot daarom om terug te gaan. Het bleek een goede keus te zijn, want de schaapsherders hadden besloten om de kudde het fietspad over te laten steken.
Ik heb een filmpje gemaakt van de schaapskudde en de oversteek. Helaas kon ik de windruis niet vermijden.
Prachtig om de interactie tussen schaapsherder en hond te zien.
De fietsers vonden het prima om in alle rust te wachten totdat alle schaapjes over de dam waren.
Bij het zien van deze foto moest ik denken aan de reclame van Specsavers.
"Op de grote stille heide" door Brigitte Kaandorp komt bij je naar boven als je dit tafereeltje ziet. Kik hier voor het nummer.
De schaapherders hadden allebei zeggenschap over hun eigen honden.
Mijn belangrijkste doel tijdens de fietstocht in Dwingelderveld was een bezoekje aan de radiotelescoop van Dwingeloo. Het was deze keer wel even zoeken, omdat ik de vorige keer van de andere kant. Dit bord kondigde aan dat ik in de buurt was.
Daar doemde de radiotelescoop al op.
Ik zette mijn fiets tegen de boom om enkele foto's te maken. Terwijl ik mijn camera uit de rugtas pakte zag ik in de verte een groepje ruiters verschijnen.
De radiotelescoop samen met de ruiters vond ik toch wel een bonus.
In 2016 bestaat de radiotelescoop in Dwingeloo 60 jaar. Lees alles over deze radiotelescoop op deze site.
Enkele detailfoto's.
Na de fotosessie bij de radiotelescoop fietste ik de heide op en maakte nog enkele foto's op afstand.
Tijdens de vakantie in Dwingeloo heb ik meerdere fietstochten gemaakt. De ene keer was het een fietstocht met eega en zonder camera en een andere keer was het met de camera en zonder eega. Op één van de fietstochten met camera maakte ik onderstaande serie. Mijn doel was een fietstocht over het Dwingelderveld. Zie Google Maps. Vanaf onze camping fietste ik richting Dwingeloo, onderweg genietend van het spel tussen zon en wolken over de weilanden. Aan de horizon is de 'siepel' van Dwingeloo te zien.
Als je Dwingeloo aan de noordkant binnenrijdt dan kom je langs de Sint-Nicolaaskerk. Deze kerk is gelegen aan de Brink. De kerk heeft een torenspits in de vorm van een ui, in het Nedersaksisch een siepel genoemd.
Vanuit Dwingeloo reed ik naar het Dwingelderveld. Het eerste stuk reed ik over een fietspad door het bos. Verrassend en mooi zijn de vennetjes in het bos.
Na een fietstocht door het bos kwam ik uit bij het open veld. Hier was een stukje landschap met heide, water en veenpluis.
Vanaf dit punt kwam ik uit bij de radiotelescoop, maar daarover meer in een ander logje. Vanaf de radiotelescoop fietste ik de heide op. Het was er gezellig druk.
Terwijl ik daar fietste kwam er wel een dreigende lucht aan, maar het liep goed af, de bui trok langs mij. Aan de horizon is nog net de rookpluim te zien van de vuilverbranding in Wijster, zie deze site.
Op de heide vlogen heideblauwtjes. Ik zette de fiets aan de kant en gewapend met de Sony heb ik mij een tijdje gestort op de heideblauwtjes. Het viel niet mee, als je te dicht in de buurt kwam dan vloog de vlinder weer verder naar het volgende bloemetje.
Het is maar een klein vlindertje, dat is te zien door de verhouding met de bloemetjes van de bloeiende heide.
Tijdens mijn "jacht" op de Kempense heidelibel zag ik vele andere heidelibellen vliegen. Ik had op dat moment niet echt belangstelling voor deze algemene voorkomende soorten, want daar was ik niet voorgekomen.
Maar het is net als met katten, als je ze negeert vragen ze juist veel aandacht. Deze zwarte heidelibel, een mannetje landde op de wijsvinger van mijn linkerhand, terwijl ik de Sony in mijn rechterhand had om een landschapsfoto te maken. En zo kon ik moeiteloos de camera richten op deze heidelibel die geduldig bleef wachten totdat ik genoeg plaatjes had gemaakt.
Toen ik de foto's terugzag op de computer viel mij de frappante gelijkenis op tussen mijn hand en die van mijn moeder, enkele jaren geleden. Tsja ook bij mij tikken de jaren wel door.
De zwarte heidelibel mag ook een plekje krijgen op mijn weblog.
Op zatermiddag kreeg ik een enthousiaste zus aan de telefoon. Ze was net terug van een fotowandeling in het Woldlakebos en had daar een zeer zeldzame libel vastgelegd. Toen Anna, gewapend met de camera rondwandelde in het Woldlakebos, trof ze daar een groep fotografen. Op de vraag van Anna of er iets bijzonders viel te zien vertelden de fotografen dat de Kempense heidelibel rondvloog, een zeer zeldzame libel. Anna liet zich door hen onderwijzen om welke libel het ging en legde deze vast op de gevoelige plaat. Toen ze weer thuis was en op de computer zag dat de foto's gelukt waren deelde ze deze waarneming met mij. Het was zaterdag zonnig en windstil, dus perfecte omstandigheden voor het vastleggen van libellen, ik kon echter niet naar het Woldlakebos, omdat we in afwachting waren van visite.
Op zondag hoopte ik op een nieuwe kans. Volgens de voorspellingen zou eind van de middag hier de zon doorbreken. Nadat ik de hele middag achter de computer met de studie bezig was geweest stapte ik eind van de middag in de auto en reed naar het Woldlakebos. Anna had mij de locatie uitgelegd, dus het moest helemaal goed komen. Het bevreemde mij wel dat er op zondag geen andere auto's geparkeerd stonden en andere fototografen aanwezig waren. Het Woldlakebos is namelijk bekend om de vele libellesoorten die daar rondvliegen en op zondag zijn er dan ook vele fotografen in het gebied aanwezig.
Anna had mij een foto gestuurd van de Kempense heidelibel en met dat beeld voor ogen en op de telefoon zocht ik naar deze zeldzame libel. Na een tijdje zag ik er één zitten en begon te fotograferen. Eerst uit de verte en dan steeds dichterbij.
Het is een heidelibel met de kleinste verspreiding in Nederland. De vlinder is 29-34 mm. De poten zijn geheel zwart. Het achterlijf is enigszins afgeplat (duidelijkst bij mannetjes), met aan de zijkanten een rij druppelvormige (soms driehoekige) zwarte vlekjes. Pterostigma's is groot en vrij licht, met zwarte randaders. Bron, zie deze site
In de zon krijgen de vleugels een opvallende gouden glans. Zo tussen het riet schittert de libel je tegemoet. Als je eenmaal een Kempense heidelibel hebt gezien dan verbleken de overige heidelibellen...
Als je de Kempese heidelibel voorzichtig benadert dan is het redelijk eenvoudig om deze vast te leggen.
..
Niet alleen de vleugels krijgen in de zon een gouden glans, ook het achterlijf licht op als een gouden staafje.
Zon was er voldoende aanwezig, echter mijn grootste uitdaging zat in de harde wind. In de regel gaan harde wind en macro-opnames niet samen. Door steeds te wachten op een windstille seconde tussen twee windvlagen door werd mijn geduld beloond.
Ik heb een kort filmpje gemaakt waarop is te zien hoe de rietstengel met daarop de libel heen en weer zwaait door het beeld.
Klik hier voor het filmpje.
Toen ik daar bezig was met het vastleggen van deze libellen hoorde en zag ik tot twee keer toe een ijsvogeltje vliegen. Wat had ik toch een geluk!
Met dank aan zus Anna die vaak aan het wandelen is in "haar achtertuin" en zo de fotografen tegen het lijf liep en vervolgens deze gouden tip met mij deelde.